De invloed op tarwe
De zon heeft tot nu toe een positieve invloed gehad op de granen die afgelopen najaar zijn gezaaid. Ze beginnen nu ‘in de aar’ te komen: de tarwe- of gerstaren beginnen zichtbaar te worden. En als die eenmaal zichtbaar zijn, gaan de korrels groeien en zich vullen met voedingsstoffen zoals eiwitten. Daarvoor heb je veel zon nodig, maar ook vocht. En juist vocht is op dit moment een kritiek punt. De grote vraag is of er voldoende regen aankomt om te voorkomen dat de granen te snel rijpen.
De invloed op peulvruchten
De meeste peulvruchten zijn al gezaaid, dat is relatief vroeg in het jaar. Peulvruchten hebben warmte nodig om goed te kunnen groeien. Wat dat betreft is het dus een mooi voorjaar! Het enige probleem is dat de grond te droog wordt. Als je een zaadje in de droge grond legt gaat dit niet groeien; daar is vocht voor nodig. De telers die op dit moment hun peulvruchten nog niet gezaaid hebben, hebben daarom nu een probleem; voor hen is het te hopen dat het snel gaat regenen.
Beregenen kan een oplossing zijn
Waar het kan, kunnen telers de droogte tegengaan door te beregenen. Maar dit vormt niet voor alle telers een oplossing. Op veel plaatsen in Nederland kun je niet beregenen, bijvoorbeeld omdat er geen water in de buurt is of omdat er zout in het water zit, zoals in Zeeland. Daarnaast is beregenen financieel niet altijd aantrekkelijk.
Kortom: laat de regen maar komen
Er zijn veel telers die nu wachten tot het gaat regenen. Hoe langer zij moeten wachten, hoe langer het duurt voordat zij de peulvruchten kunnen zaaien. En hoe langer dit duurt, hoe zorgelijker dit is voor de opbrengst.