Minder graan gezaaid
Telers zorgen ervoor dat ze hun graan op het juiste moment bemesten en doen er alles aan om ziektes te bestrijden. Maar hoe goed de bouwplannen en de intenties van telers ook zijn; de graanoogst blijft altijd afhankelijk van het weer. En, zoals we eerder schreven, was het weer dit jaar voornamelijk in het voorjaar erg nat. Er kon lange tijd niet gezaaid worden, waardoor er in het zuidwesten van Nederland ruim 28% minder tarwe is gezaaid dan vorig jaar, in heel Nederland gaat dit om 20%.
Slechte opbrengst graanoogst
Naast het feit dat er minder tarwe is gezaaid, heeft de tarwe die wél gezaaid is ook geleden onder het slechte weer. Dit komt vooral door het ontbreken van zonlicht. Een tarweblad kun je vergelijken met een klein zonnepaneel. Op het moment dat daar voldoende licht op schijnt en het blad voldoende voedingsstoffen en water krijgt, dan kan het heel veel produceren (fotosynthese). Het ontbreken van zonlicht heeft dan ook een negatief effect op de graanoogst. De opbrengst (hoeveelheid kilo’s per hectare) ligt dit jaar ongeveer 30% lager dan het gemiddelde van de afgelopen jaren.
Dus: wat nu?
De graanoogst is dit jaar niet goed, maar dit betekent niet dat er helemaal geen graan van Nederlandse bodem overblijft. Doordat telers de juiste rassen telen en maatregelen treffen, blijft de kwaliteit van de geoogste tarwe zo hoog mogelijk. Daarnaast is het zaak dat we nu met de hele voedselindustrie om tafel gaan: hoe kunnen we met dit product en deze grondstof een zo mooi mogelijk eindproduct maken? Door samenwerking binnen de hele voedselketen merkt de consument vervolgens vrijwel niets van de slechte graanoogst.