1. Gewasrotatie creëert een betere bodemstructuur 

Verschillende gewassen hebben verschillende wortels en groeipatronen. Zo wortelen granen tot wel 2 meter diep, terwijl de wortels van aardappelen niet langer zijn dan 60 centimeter. Diepe wortels maken de bodem los, oppervlakkige gewassen dragen vooral zorg voor de bovenste lagen van de bodem. Door deze gewassen af te wisselen stimuleert een teler de bodemstructuur en daarmee de gezondheid van de bodem.

 

2. Gewasrotatie geeft de bodem rust 

Naast de wortels van verschillende gewassen is het zaak om ook rekening te houden met het feit dat de bodem voldoende rust nodig heeft. Veel telers nemen dan ook in hun plannen mee dat ze minimaal één keer in de drie jaar een rustgewas telen. Dit is een gewas dat bijdraagt aan de bodemgezondheid. Denk bijvoorbeeld aan peulvruchten: een gewas dat stikstof uit de lucht haalt en in de bodem stopt. Een natuurlijke voedingsbron voor het gewas dat het jaar erop geteeld wordt.

 

3. Gewasrotatie gaat ziektes en plagen tegen 

Verschillende soorten gewassen hebben van nature last van verschillende soorten ziektes en plagen die zich door de jaren heen blijven ontwikkelen. Ziekteverwekkers kunnen in de bodem overleven. Teel je bijvoorbeeld jaren achtereen aardappelen, dan krijg je steeds meer last van de ziekte. Kies je ervoor om tussendoor tarwe te telen, dan kan de ziekte hier niet op groeien en neemt de ziekte af. Kortom: Wanneer een teler gewassen afwisselt zorgt dit er op een natuurlijke manier voor dat ziektes en plagen onder controle blijven en de kans op een uitbraak kleiner is.

 

4. Gewasrotatie zorgt voor een betere opbrengst en kwaliteit 

Gewasrotatie spreidt de risico’s, óók de financiële. Bepaalde gewassen leveren meer op dan andere gewassen. Aardappelen, uien en bloembollen zijn voorbeelden van gewassen waar je gemiddeld meer aan kunt verdienen, maar het nadeel van deze gewassen is dat ze ook wat belastender zijn voor de bodem dan andere gewassen. Door deze gewassen maar één keer in de vier of vijf jaar te telen en af te wisselen met bijvoorbeeld graan, zorg je ervoor dat de kwaliteit goed blijft. Graan levert de laatste jaren niet veel op; dit dient vooral als investering om andere gewassen te kunnen telen. Doe je dit niet, dan put je de bodem uit en wordt de kwaliteit en opbrengst steeds slechter.

 

Let op: Gewassen selecteren en plannen

Bovenstaande redenen om te kiezen voor gewasrotatie gaan alleen op als je de gewassen zorgvuldig selecteert, op basis van hun specifieke kenmerken. Denk aan voedingsbehoeften, groeiseizoen, diepte van de wortels en gevoeligheid voor ziekten en plagen. Daarbij moet ook gelet worden op plantenfamilies en tijd: je kunt bijvoorbeeld suikerbieten en koolzaad niet in dezelfde rotatie meenemen, en peulvruchten kun je maar eens in de zes of acht jaar telen. Kortom: het is belangrijk om gewassen te selecteren die elkaar aanvullen en daarbij een goede planning te maken om de bodemgezondheid optimaal te houden.

 

Plant Pulse en gewasrotatie

Het maken van een geschikt plan is vaak niet zo makkelijk. Welke gewassen teel je op welke percelen en hoe zorg je ervoor dat je ook op langere termijn de bodemvruchtbaarheid op peil houdt of zelfs verbetert? Onze adviseurs gaan met telers om de tafel om samen de puzzel te leggen en een plan te maken. Hierin gaan we op zoek naar de juiste balans tussen een goede bodemkwaliteit én genoeg inkomsten voor de teler.