De uitdaging van tarweteelt in Nederland
Voor veel tarweproducten is een hoog eiwitgehalte essentieel. Denk bijvoorbeeld aan brood, waarbij het rijzen afhankelijk is van de hoeveelheid eiwitten in de tarwe. Nederland heeft een groeizaam klimaat voor tarwe, met een vruchtbare bodem en een hoge opbrengst per hectare. Maar dit betekent niet dat de tarwe automatisch ook een hoog eiwitgehalte heeft. Het percentage eiwitgehalte in Nedertarwe ligt maximaal tussen de 11- en 12%. In drogere landen wordt tarwe met een eiwitgehalte van boven de 14% geteeld.
Innovatie in de tarweteelt: onderzoek naar nieuwe rassen en technieken
Om de kwaliteit van Nedertarwe te blijven verbeteren, wordt er jaarlijks teeltonderzoek gedaan. Dit onderzoek richt zich op verschillende aspecten, waaronder het ontwikkelen van nieuwe rassen en het optimaliseren van teeltmethoden voor bestaande rassen. Op proefvelden worden verschillende rassen minimaal twee jaar onder verschillende weeromstandigheden getest. Zo wordt duidelijk welke rassen consistent goed presteren. Dit is cruciaal, omdat de omstandigheden ieder jaar anders zijn, denk aan natte winters of droge zomers. Zo worden alleen de beste tarwerassen geselecteerd op basis van criteria zoals opbrengst, eiwitgehalte, bakkwaliteit, ziekteresistentie en stevigheid. Slechts een handjevol rassen voldoet aan de eisen: op dit moment raden we zes rassen Nedertarwe aan voor de teelt.
Optimaliseren van teelttechnieken: bemesting en biodiversiteit
Naast het testen van nieuwe rassen, wordt er ook veel onderzoek gedaan naar het verbeteren van teeltmethoden voor bestaande rassen. Bemesting speelt hierbij een grote rol, aangezien meststoffen, zoals stikstof, direct invloed hebben op het eiwitgehalte van tarwe. Het moment waarop meststoffen worden toegediend en in welke vorm, kan het verschil maken tussen een goede en een uitstekende oogst. Op dit moment onderzoeken we bijvoorbeeld het effect van ruimer zaaien op de biodiversiteit en de kwaliteit van de tarwe. Waar tarwe traditioneel op een afstand van 12,5 cm wordt gezaaid, testen we nu een bredere afstand van 25 cm. Als blijkt dat dit een significant positief effect heeft, is het uiteindelijk aan de telers om dit daadwerkelijk toe te passen.
Samenwerking met de voedingsindustrie: van proefveld naar bakkerij
Om Nedertarwe nog verder te optimaliseren is samenwerking tussen landbouw en voedingsindustrie enorm belangrijk. De afgelopen zes jaar is deze samenwerking, met bedrijven zoals Koopmans, geïntensiveerd. Een belangrijk onderdeel van deze samenwerking is dat de tarwe van de proefvelden wordt geanalyseerd door de voedingsindustrie. Koopmans bakt bijvoorbeeld brood van deze proefveldoogsten om de kwaliteit van de tarwe te testen. Deze nauwe samenwerking tussen telers en de voedingsindustrie zorgt ervoor dat telers gericht kunnen inspelen op de specifieke wensen van de markt. Wanneer een nieuwe teeltmethode of een nieuw ras succesvol blijkt te zijn, wordt dit gedeeld met de telers, die vervolgens kunnen besluiten om deze nieuwe inzichten toe te passen in hun eigen bedrijf.
Continu doorontwikkelen: een gezamenlijke missie
De tarweteelt staat nooit stil. Door voortdurend onderzoek te doen naar nieuwe rassen, bemestingsmethoden en innovatieve teelttechnieken, blijft de kwaliteit van Nedertarwe verbeteren. Dit is niet alleen belangrijk voor de telers, maar ook voor de voedingsindustrie, die afhankelijk is van grondstoffen van constante kwaliteit om aan de verwachtingen van consumenten te voldoen. Ondanks een moeilijk teeltjaar is het dankzij de gezamenlijke inspanningen van alle betrokkenen gelukt om in Nederland goede kwaliteit tarwe te produceren. Dit succes onderstreept het belang van voortdurende innovatie en samenwerking. Tarwe blijft een product dat volop in ontwikkeling is, en dankzij dit gezamenlijke doorontwikkelingsproces kunnen Nederlandse telers blijven voldoen aan de groeiende vraag naar kwalitatief hoogwaardige tarwe.